-
Gebruik het uiteinde van de opzetdraad of
loshangende draden aan het werk zoveel mogelijk om delen aan elkaar te naaien.
Dit geeft een net en proper resultaat.
-
Naai de breiwerken aan elkaar met de gebruikte
breiwol, zo vallen de naden minder op en hoeven de steken niet zo mooi te zijn.
-
Een maasnaald met stompe punt en groot oog is
handig om wollen draden te verwerken.
-
Bereid het werk zoveel mogelijk voor om snel
resultaat te boeken. Dit werkt zoveel sneller en handiger ter plaatse.
-
Boomstammen, takken, leuningen… kan je het
makkelijkst omwikkelen met smalle stroken breiwerk. Zet de raakpunten af en toe
vast aan elkaar en steek de naald onder de stroken door naar het volgende punt.
Knip de draad in geen geval telkens af!
-
Probeer grote stukken vast te leggen met vooraf
aangenaaide, gebreide of gehaakte linten.
-
Laat in geen geval stukken loshangen. Naai alle
versieringen zoals bloemen, pompons, strikken goed vast om zo lang mogelijk te
kunnen genieten van het breiwerk. Loshangende delen worden heel snel afgerukt.
-
Bij
gebrek aan tijd of op moeilijke plaatsen kan een nietjesmachine een
gemakkelijke oplossing bieden.
-
Om stukken te bevestigen op plaatsen waar je
niet bij kunt zonder ladder kan je vooraf een stuk klittenband opnaaien. Voor
lagere objecten is dit in geen geval een oplossing omdat dit te snel verwijderd
kan worden!
-
Sommige stukken kan je beter met een stukje touw
of nylondraad bevestigen. Maak dan zeker een stevige knoop zodanig dat dit niet
zomaar kan losgepeuterd worden.
-
Bloemenslingers in bomen, op afrastering of aan
hekkens worden ook best hier en daar vastgeknoopt zodat ze door de wind niet
losgerukt worden of gewoon uitgetrokken door een voorbijganger.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten